Zijn de dagen van de petrodollar geteld?

De macht die de Verenigde Staten vandaag de dag geniet hangt voor een belangrijk deel samen met het gegeven dat de meeste olie en andere grondstoffen wereldwijd in dollars worden afgerekend. Daarmee is de dollar letterlijk een wereldmunt, die gebruikt wordt op het moment dat twee landen met verschillende valuta handel willen drijven.

Omdat de Amerikaanse dollar nog steeds in meer dan 60% van alle internationale transacties gebruikt wordt is het voor de rest van de wereld dus ook zinvol om dollars als reserve aan te houden. Je kunt deze munt vrijwel overal gebruiken en daarmee is de dollar nog steeds de meest liquide munt.

De Verenigde Staten heeft er natuurlijk alle belang bij om de bankier van de wereld te blijven, want zo lang andere landen de dollar blijven gebruiken en deze als reserve aanhouden blijft er voortdurend vraag naar deze valuta. En dat heeft ervoor gezorgd dat de Verenigde Staten al decennia lang jaar in jaar uit veel meer geld kunnen uitgeven dan er binnenkomt, waardoor de Amerikaanse bevolking ver boven haar stand kan leven en waarmee een gigantisch militair apparaat gefinancierd kan worden waar geen enkel land zich tegen kan of wil verzetten.

Euro

Met de introductie van de euro in 1999 besloten Europese landen afscheid te nemen van dit onrechtvaardige dollarsysteem. Vanaf dat moment konden zij onderling met hun eigen gemeenschappelijke valuta handel drijven, zonder afhankelijk te zijn van Amerikaanse dollars of Duitse marken. De Europese muntunie begon met twaalf landen, maar telt er nu al negentien…

Met de komst van de euro was er voor Europese landen (maar ook voor belangrijke handelspartners van de Eurozone) opeens minder noodzaak om dollars als reserve aan te houden. En dat zien we ook terug aan de valutareserves van de Eurolanden, want daarin heeft de Amerikaanse munt een betrekkelijk klein aandeel. Ook Rusland, dat veel handel drijft met Europa, houdt naar verhouding een relatief groot deel van haar valutareserves in euro aan.

Multipolaire wereld

Vijftien jaar na de introductie van de euro zijn de economische machtsverhoudingen in de wereld drastisch veranderd. China heeft een indrukwekkende economische groei doorgemaakt en kent nu een middenklasse die in omvang vergelijkbaar is met bijvoorbeeld Europa of de Verenigde Staten. Ook India groeit snel en is inmiddels een belangrijke afzetmarkt voor veel bedrijven.

Rusland lag eind jaren negentig na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie compleet overhoop en werd geplaagd door corruptie en oligarchen die zichzelf straffeloos konden verrijken. Van de industrie was weinig meer over en het land had vrijwel geen valutareserves. Maar nu is het land een stuk welvarender, is het één van de grootste olie- en gasproducenten ter wereld en heeft het ook op technologisch gebied een inhaalslag gemaakt met het Westen.

Door deze ontwikkelingen is de wereld veel minder op de Verenigde Staten toegespitst dan in de tweede helft van de vorige eeuw. En dat betekent ook dat het helemaal niet meer zo vanzelfsprekend is om het dollarsysteem te blijven ondersteunen waar vooral de Verenigde Staten van profiteren.

Euro’s, roebels en yuan

Rusland en China promoten de laatste jaren actief het gebruik van hun eigen roebel en yuan in het regionale handelsverkeer, terwijl Iran vorig jaar een doorbraak forceerde door olie niet langer in dollars maar in euro’s af te rekenen.

Het is dat Europa steeds sancties oplegt aan Rusland, anders had Rusland misschien al lang haar aardgas in euro’s willen afrekenen. Ook Poetin weet dat dat een zeer effectieve manier is om de financiële machtspositie van de Verenigde Staten te doorbreken, net als het kopen van goud een manier is om minder afhankelijk te worden van de dollar.

Saoedi-Arabië

Deze week kwam het zoveelste signaal dat erop wijst dat de dagen van de dollar als wereldmunt geteld zijn. Saoedi-Arabië maakte deze week na topoverleg met China bekend dat ze voortaan ook obligaties in Chinese yuan wil uitschrijven. En de beste manier voor Saoedi-Arabië om dit soort leningen af te betalen is om yuan te vragen voor olie die ze naar China exporteert.

Deze week maakte de Amerikaanse regering bekend nieuwe sancties op te willen leggen aan Venezuela, met als doel het land af te knellen van dollars. Venezuela is net als Saoedi-Arabië een belangrijke olieproducent. Deze nieuwe sancties kunnen president Maduro dus aanmoedigen om olie in euro’s of in yuan te verhandelen. Is de tijd van de petro-euro en de petro-yuan aangebroken?

Frank Knopers

Deze column verscheen eerder op Goudstandaard

Hypotheekrenteaftrek is een subsidie voor banken

De hypotheekrente is een middel om het eigen woningbezit te stimuleren. Door de kopers van een huis een belastingvoordeel te geven zouden meer mensen in staat zijn een eigen huis te kopen. De gedachte achter deze maatregel is dat kopers beter voor hun huis zorgen dan huurders en dat daarmee de kwaliteit van leven in de buurt zou verbeteren en dat de waarde van de huizen daardoor zou stijgen.

De laatste jaren is deze maatregel echter steeds vaker onderwerp van discussie, vooral in negatieve zin. Door de financiële crisis van 2008 kwamen honderdduizenden huishoudens onder water te staan, omdat de hypotheekschuld veel hoger was dan de waarde van hun huis. Daarnaast waren er allerlei nieuwe en risicovolle hypotheekvormen ontstaan die mensen in staat stelden nog meer te lenen, zoals de aflossingsvrije hypotheek en de beleggingshypotheek.

Volgens cijfers van de Nederlandsche Bank bestond de hypotheekschuld bij de vier grootste banken eind 2016 voor circa 60% uit gedeeltelijk of volledig aflossingsvrije hypotheken. De totale hypotheekschuld is met €650 miljard, omgerekend 95% van het bbp, zelfs een van de hoogste ter wereld. Dat zijn praktijken die in de meeste landen onbekend of zelfs verboden zijn!

Hogere schulden

Door de uitzonderlijk ruime kredietverlening in Nederland hebben we collectief een enorme vastgoedzeepbel opgeblazen. Voor de crisis dachten huizenbezitters vermogend te zijn door de overwaarde op hun huis, maar na de crisis werd pijnlijk duidelijk dat dit een illusie was. Nu de huizenprijzen weer stijgen lijken we dezelfde fouten weer te herhalen, omdat er fundamenteel geen grote hervormingen hebben plaatsgevonden op de woningmarkt.

De verlaging van het maximale leenbedrag stelt weinig voor, terwijl de toekomstige restschuldproblematiek onder een tapijt wordt geschoven dat Nationale Hypotheekgarantie heet. Dankzij dit garantiefonds verdwijnt het gevaar van een restschulden weliswaar voor het individu, maar niet voor de samenleving als geheel. Hoe solide is dit garantiefonds als het echt mis gaat?

Hypotheekrenteaftrek afbouwen

Moeten we deze subsidie op schuld nog langer in stand houden? En wat zijn de gevolgen voor het woningbezit en voor de huizenprijzen als we de hypotheekrenteaftrek afbouwen? Precies die vragen worden beantwoord in een zeer recente studie van Jonathan Gruber, Amalie Jensen en Henrik Kleven. Zij onderzochten de gevolgen van een drastische versobering van de hypotheekrenteaftrek die eind jaren tachtig heeft plaatsgevonden in Denemarken.

Uit dat onderzoek komen een aantal interessante conclusies naar voren. Zo blijkt dat het afbouwen van de subsidie in Denemarken geen enkel effect had op het eigen woningbezit, enkel op de leeftijd waarop mensen een huis kopen. Die ging vanaf eind jaren tachtig een paar jaar omhoog, maar uiteindelijk wisten evenveel mensen een eigen woning te bemachtigen. Het positieve effect van het versoberen van de hypotheekrenteaftrek in Denemarken is dat huishoudens zich daarna minder diep in de schulden staken. Doordat er minder geleend kon worden voor een huis ging men wel iets kleiner wonen.

De onderzoekers concluderen dat er weinig redenen te bedenken zijn om een vorm van hypotheekrenteaftrek in stand te houden. De maatregel die wordt aangeprezen als een extraatje voor de huizenbezitter zorgt er in de praktijk niet voor dat meer mensen een eigen huis kunnen veroorloven. Wel zorgt deze subsidie ervoor dat huishoudens zich dieper in de schulden steken en dat overheden meer geld kwijt zijn aan deze subsidie. De hypotheekrenteaftrek is dus vooral een subsidie voor de banken…

Frank Knopers

Deze column verscheen eerder op Goudstandaard

Eigen woningbezit in Denemarken bleef vrijwel gelijk na afbouw

Deens huishoudens kopen later een eigen huis, maar niet minder vaak

Huishoudens in Denemarken gingen wel iets kleiner wonen

Lagere hypotheekschulden zorgen voor lagere rentelasten

Leen je rijk!

Als kind was ik altijd al vrij spaarzaam. Ik legde iedere maand zoveel mogelijk van mijn zakgeld opzij, zodat ik kon sparen voor een nieuwe trein of spaceshuttle van LEGO. Toen ik ouder werd begon ik met een bijbaantje en spaarde ik voor een andere hobby, namelijk computers.

Het idee dat je eerst moet sparen voordat je iets kon kopen beschouwde ik als iets vanzelfsprekends, totdat ik begon met studeren en opeens bijna gratis geld kon lenen van de IB-Groep (later DUO genoemd). Dat werd zelfs zo aantrekkelijk gemaakt dat het loonde om maximale studiefinanciering op te nemen en dat geld vervolgens op een spaarrekening te parkeren tegen een hogere rente. Dat veel studenten niet van die mogelijkheid gebruik maken en het geld besteden aan allerlei andere dingen is een tweede, maar het leerde mij wel dat het heel aantrekkelijk kan zijn om te lenen in plaats van te sparen.

Lenen loont meer dan sparen

Zo ging ik eind 2015 naar de bank om een hypotheek aan te vragen voor de aankoop van een appartement. Dat was in de tijd dat je nog rustig verschillende appartementen kon bekijken en je zelfs in een stad als Haarlem vaak nog ruimte had om beneden de vraagprijs te bieden. Ik kocht een appartement onder de vraagprijs en door de lage rente waren mijn maandlasten amper hoger dan in de (veel kleinere) studio die ik eerst huurde. De bank hoefde alleen maar een loonstrookje te zien en de rest was zo geregeld.

Door de extreem lage rente zijn er veel meer mensen zoals ik op zoek gegaan naar een koopwoning, met als gevolg dat de huizenprijzen in de grote steden weer de pan uit rijzen. Iedereen steekt zich weer vol in de schulden, omdat kopen op maandbasis nog steeds goedkoper is dan huren of omdat de verwachting is dat de economie zal blijven groeien en huizenprijzen daarom zullen blijven stijgen.

Door de gekte op de huizenmarkt heb ik in anderhalf jaar tijd waarschijnlijk net zoveel vermogen aan overwaarde opgebouwd als dat ik in de afgelopen tien jaar bij elkaar heb gespaard door hard te werken en relatief zuinig te leven! Waarom zou je nog sparen als je rijk kunt worden door te lenen en een huis te kopen?

Huizenmarkt als bron voor nieuwe crisis?

Voor mij als individu is het natuurlijk erg prettig dat de waarde van mijn huis stijgt, maar voor de samenleving als geheel is deze ontwikkeling op de huizenmarkt juist ongezond. Door de stijgende huizenprijzen kunnen we de risico’s van lenen namelijk niet meer goed inschatten.

Banken zien geen risico’s meer, omdat het onderpand van een hypotheek bij stijgende huizenprijzen vanzelf groter wordt dan de hypotheekschuld. Ook makelaars en notarissen zijn enthousiast, want meer transacties en hogere huizenprijzen betekent dat er weer een goede boterham verdiend kan worden. De makelaarskantoren schieten weer als paddenstoelen uit de grond. En dan hebben we natuurlijk de bouwsector, die het orderboek weer kan vullen met nieuwe vastgoedprojecten en renovaties aan bestaande woningen. Door de overwaarde komen huizenbezitters in de verleiding om een nieuwe badkamer, keuken of uitbouw te financieren, want ‘het huis is toch meer waard geworden’.

Zoals je ziet handelt iedereen in deze keten volledig rationeel vanuit zijn eigenbelang, dat is logisch en dat is ook wat je in een kapitalistisch economisch model van iedereen mag verwachten. Maar voor de samenleving als geheel is het uitermate onwenselijk, want de kans op een herhaling van de huizenmarktcrash van 2009 neemt op deze manier alleen maar verder toe.

Tijd voor nieuw beleid!

Wat kunnen we daar dan samen aan doen? Laten we wat mij betreft beginnen met het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek, want dat is simpelweg een subsidie die de huizenprijzen alleen maar verder opdrijft. Om huishoudens niet in de problemen te brengen zou je de subsidie ook in stand kunnen houden, maar deze juist gebruiken om het versneld aflossen te stimuleren.

Ook zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan Duitsland, waar je eerst een deel moet sparen voordat je een huis kunt kopen. Tegenstanders zeggen dat dat onhaalbaar is met de hoge huizenprijzen in ons land, maar dat is een omkering van oorzaak en gevolg. Juist omdat de Duitsers minder geld mogen lenen voor een huis zijn de prijzen daar veel lager dan in Nederland.

Het wordt tijd dat de politiek (wanneer komt er eindelijk een kabinet??) hier eens goed over nadenkt en een visie gaat uitdragen die de woningmarkt weer gezond kan maken. Nu rekenen we ons rijk, terwijl we ons in werkelijkheid alleen maar dieper in de schulden gestoken hebben…

Frank Knopers

Deze column verscheen eerder op Goudstandaard

Prijsstabiliteit boven alles

Deze week was Mario Draghi in de Tweede Kamer om uitleg te geven over het monetaire beleid van de ECB. Niet geheel onverwachts kreeg hij vooral vragen over het stimuleringsprogramma van €60 miljard per maand. De conclusie van het verhaal was dat de ECB haar stimuleringsbeleid zal voortzetten, omdat het allemaal binnen de kaders van het mandaat van prijsstabiliteit blijft.

Onder het mom van prijsstabiliteit heeft de centrale bank inmiddels voor €1.700 miljard aan staatsobligaties en bedrijfsobligaties opgekocht. Daarmee is de rente naar een historisch laag niveau gedaald, met als gevolg dan iedereen weer kan lenen alsof er niets aan de hand is. In Nederland zitten we met een huizenbubbel, terwijl de zuidelijke landen van de Eurozone achterover kunnen leunen en de noodzakelijke bezuinigingen voor zich uit kunnen schuiven.

Prijsstabiliteit

Wat de ECB op dit moment doet is misschien niet in strijd met het mandaat van prijsstabiliteit, maar wel met de gedachte waarmee de centrale bank ooit werd opgericht. Duisenberg zei in 2005 dat geld boven alles een sociaal contract is, waar alle gebruikers van de munt op moeten kunnen vertrouwen. Met de lancering van de euro was de eerste valuta geboren die geheel onafhankelijk opereerde van de politiek.

Dat gaf spaarders vertrouwen, omdat die niet meer bang hoefden te zijn voor devaluaties. Ook gaf het bedrijven en investeerders vertrouwen, omdat die niet langer hoefden te vrezen voor grote schommelingen in de wisselkoersen.

ECB moet terug naar haar fundament

Het leek allemaal zo mooi, maar vandaag de dag moeten we helaas concluderen dat ook de ECB onderhevig is aan politieke druk. Tijdens de Europese schuldencrisis werden de fundamenten van de euro ondermijnd om een acute politieke crisis te voorkomen.

Nog niet zo lang geleden werd een nieuw dieptepunt bereikt, toen de ECB bekend maakte dat ze er alles aan zou doen om banken te helpen die door de uitslag van de Franse verkiezingen in de problemen zouden komen. Een centrale bank die iedereen te hulp schiet… dat kan alleen maar van kwaad naar erger!

Draghi zei in de hoorzitting van deze week dat het niet zijn taak is om een held te zijn. Hij zou pas echt een held zijn als hij de onafhankelijkheid van de centrale bank zou respecteren door het opkoopprogramma snel af te bouwen!

Frank Knopers

Deze column verscheen eerder op Goudstandaard